Het Grondwettelijk Hof heeft in een arrest de wet, die euthanasie voor minderjarigen regelt, verstrengd. Het Hof oordeelde dat een onafhankelijke kinderpsychiater of -psycholoog moet oordelen of de minderjarige oordeelsbekwaam is. De arts die de euthanasie uitvoert, moet dat advies ook volgen.
C'axent had samen met een aantal andere bewegingen beroep aangetekend tegen de uitbreiding van Euthanasie voor minderjarigen en het proces ook gefinancierd. De wet bood immers onvoldoende garanties om na te gaan of een betrokken minderjarige wel oordeelsbekwaam is.Het Hof hield de wet overeind maar zette wel een aantal puntjes op de i:
Er moet een kinder- of jeugdpsychiater of -psycholoog geraadpleegd worden, die helemaal niet eerder bij de patiënt betrokken was. Deze mag geen band hebben met de patiënt of de behandelde arts. De behandelende arts moet gebonden zijn door diens advies over de oordeelsbekwaamheid van de minderjarige. Zonder schriftelijk attest van de oordeelsbekwaamheid kan geen euthanasie uitgevoerd worden. Verder stipuleert het Hof duidelijk dat euthanasie nooit mag toegepast worden op baby's en kleine kinderen. Wat de term 'klein kind' inhoudt is dan weer onduidelijk, vindt C'axent, hetgeen toch rechtsonzekerheid oplevert.
C'axent is tevreden met deze verscherping, al hadden we liever gezien dat de wet helemaal geschrapt zou worden. Bij de invoering ervan verklaarde de hele wereld het Belgische beleid waanzinnig. Nergens ter wereld bestaat immers zulke wet.
Er is blijkbaar geen verzadigingspunt bereikt na de wettelijke gelijkstelling 'paren zelfde geslacht' d.m.v. homohuwelijk en adoptie.
Als een dergelijke actie zo maar kan, dan houdt dat volgens C’axent in dat deze actievoerders zich buiten de democratische rechtsorde stellen. Ze gebruiken oneigenlijke drukkingsmiddelen, die blijkbaar tot doel hebben om de vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen.
Een FEMEN woordvoerder drukt die pressie als volgt uit: ‘Léonard doen nadenken.’
Voor de juridische gelijkstelling van paren van gelijk geslacht, had iedereen het recht zich te uiten volgens de opvatting waarvan hij/zij overtuigd was. Nu niet meer? Als aartsbisschop Léonard een strafbare mening uit, dan bestaat hiervoor een gerechtelijke weg. En als het strafbaar wordt om –met respect voor homoseksuele medemensen- een van de democratische meerderheid afwijkende mening te hebben, dan is de vrijheid van meningsuiting helemaal van de baan.
Voor RK mensen moet het schokkend zijn dat symbolen die integraal deel uitmaken van hun geloofsbeleving op een dergelijke manier worden aangewend.
“Als een allochtone groepering zich zou bedienen van dergelijke 'pest' middelen om haar mening op te dringen, zouden onze media en de publieke opinie dan niet op hun achterste poten staan?”, vraagt Vleugels zich af.
Stel dat een dergelijk voorval gericht zou zijn op een Moslim, een (orthodoxe) Jood of een andere minderheid in ons land, zou de zwijgzaamheid dan even groot zijn? Dat de bisschoppenconferentie geen vervolging instelt en de aartsbisschop op een waardige manier reageerde is bijzonder. Het contrast tussen de houding van de ‘dames’ die hun mening opdrongen en die van de aartsbisschop spreekt boekdelen.
Bron: Het Laatste Nieuws, 27-04-2012, p.9
De middelbare scholen in ons land worden niet verplicht om in de lessen godsdienst en zedenleer andere levensbeschouwingen en godsdiensten aan te raken. Een voorstel daarover van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) en Elisabeth Meuleman (Groen) werd weggestemd door de meerderheidspartijen plus Vlaams Belang. De liberalen en groenen vonden enkel steun bij LDD'er Boudewijn Bouckaert. Volgens CD&V'er Ward Kennes is er nu al voldoende aandacht voor diversiteit in die lessen. (LVDK)
Doorbraak in het godsdienstonderwijs (Bron DS, woensdag 02 mei 2012)
BRUSSEL - In de lessen godsdienst of zedenleer wordt dialoog en samenwerking met andere levensbeschouwingen de regel. Dat is neergeschreven in een tekst die alle instanties onderschreven hebben.
Leerlingen zullen, vertrekkend vanuit hun eigen levensbeschouwing, de andere leren kennen, beter begrijpen, en met hen samenwerken. Dat is het doel van de ‘interlevensbeschouwelijke competenties', die de inspecteur-adviseurs van alle erkende godsdiensten (rooms-katholiek, islamitisch, joods, protestants, orthodox) en niet-confessionele zedenleer hebben neergeschreven. De tekst is goedgekeurd door de instanties van de erkende godsdiensten. De Standaard kon hem inkijken.
Alle leerkrachten van levensbeschouwelijke vakken worden geacht de tekst na te leven. Doen ze dat niet, dan kunnen ze op de vingers getikt worden.
‘De komen de twee jaar gaan we werken aan de implementatie', zegt Francis Jacobs, inspecteur-adviseur katholieke godsdienst, en een van de auteurs van de tekst. ‘We moeten het nu in heel Vlaanderen uitleggen aan de leerkrachten.' Er was een visietekst uit 2005 maar die was te vrijblijvend.
Alumni vrezen dat katholieke identiteit KUL wordt
uitgehold
Heb je een mening over dit onderwerp? Er staat een peiling op onze website over een gelijkaardig onderwerp.
Resolutie over situatie christelijke en andere religieuze minderheden in het Vlaams Parlement
C'axenter en ECPM lid Ward Kennes (CD&V en C'axent) haalt zijn slag thuWard Kennes als spreker op de prikkelcursus van C'axentis en brengt het probleem op de Vlaamse politieke agenda en in de media.
De commissie buitenlands beleid van het Vlaams Parlement gaf unaniem zijn steun aan een voorstel van resolutie over de situatie van christelijke en andere religieuze en
levensbeschouwelijke minderheden in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Azië.
Vlaams volksvertegenwoordiger Ward Kennes die aan de basis ligt van de resolutie, is tevreden met deze kamerbrede steun: “Zoals het Europees parlement en de Raad van Europa, neemt ook het Vlaams Parlement een duidelijk standpunt in over een aantal recente schendingen van het recht op vrijheid van geloof of levensbeschouwing, om van geloof te veranderen of er aan te verzaken.”
Religieuze gemeenschappen die reeds eeuwenlang in bepaalde landen leven, staan vandaag onder zware druk. De laatste jaren is de situatie van christenen in sommige landen drastisch verslechterd of zelfs ronduit precair geworden.
Iraakse christenen ontvluchten als gevolg van het voortdurende geweld massaal
steden als Bagdad. De blasfemiewetten in Pakistan verklaren andersgelovigen zo goed als vogelvrij. Salmaan Taseer, de gouverneur van Punjab, en de christelijke Pakistaanse Minister
Shahbaz Bhatti, die ijverden voor afschaffing van deze wet, werden dit jaar allebei vermoord door extremisten.
Niet alleen christenen worden geviseerd, maar ook bepaalde strekkingen binnen de islam zoals de Ahmadi-moslims, en wie zich niet tot een godsdienst bekent.
In verscheidene landen is het organiseren van erediensten zonder meer verboden, of staat de doodstraf op als afvalligheid beschouwde bekering tot een andere levensbeschouwing. Ook discriminatie, mishandeling en vernieling van eigendommen, ontvoering en gedwongen bekering komen voor. In Egypte laait in de context van de recente politieke en sociale omwentelingen het geweld tegen Koptische christen op.
In de resolutie vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering om in het kader van de samenwerking met derde landen rekening te houden met de eerbiediging van de vrijheid van godsdienst, aandacht te schenken aan de situatie van religieuze en levensbeschouwelijke minderheden, en de grootste omzichtigheid te hanteren bij het verlenen van vergunningen voor wapenexport naar landen waar de rechten van religieuze minderheden worden geschonden. Het Vlaams Parlement beklemtoont in de resolutie dat het gehecht is aan de vrijheid van godsdienst, geweten en gedachte, en verzoekt ook alle religieuze autoriteiten verdraagzaamheid te bevorderen en zich in te zetten tegen haat, en gewelddadig extremisme.
Stuk
nr. 1126 Voorstel van resolutie betreffende de situatie van christelijke en
andere religieuze en levensbeschouwelijke minderheden in het Midden-Oosten,
Noord –Afrika, en Azië, aangenomen in de commissie op 21-06-2011
Mensen blijven in de kou en zonder warm water zitten!
Sinds meer dan 2 maanden zijn wij, het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen, met Vlaams minister van Energie Freya Van Den Bossche verwikkeld in wat intussen alleen nog kan bestempeld worden als een éénrichtingsgesprek.
Wij kunnen alleen maar besluiten dat de minister weigert het probleem met betrekking tot de aardgasbudgetmeters te zien!
Wie thuis een aardgasbudgetmeter geïnstalleerd kreeg kan enkel gas verbruiken indien hij of zij die meter door middel van een oplaadkaart oplaadt. Omdat een minimumlevering voor gas niet bestaat, staan mensen die daarvoor het geld niet hebben voor de keuze: of ze laden op en bouwen een ernstige betalingsachterstand op voor andere kosten (bvb. de huur), of ze laden niet op en zetten zichzelf zonder verwarming, warm water en vaak ook kookgelegenheid.
Op het Verticaal Permanent Armoedeoverleg Energie van 26 januari ll. zetten wij, op dat ogenblik reeds voor de 3e maal, ons standpunt over de kwestie uiteen.
Hier kwam enkel uit dat de minister samen met de verenigingen waar armen het woord nemen vóór volgende winter zal onderzoeken of een minimumlevering voor aardgas kan worden ingebracht in de aardgasbudgetmeter.
Het antwoord op onze vraag om in afwachting van een oplossing voor de minimumlevering alle reeds geïnstalleerde aardgasbudgetmeters te desactiveren en de verdere uitrol van bijkomende meters stop te zetten, kwam later per brief.
Op onze dringende vraag wordt niet ingegaan, meer nog: een aantal passages in het antwoord van de minister zijn heel opmerkelijk:
a) De minister stelt dat de problemen grotendeels slaan op overgangsproblemen. Want 'de mensen moesten maanden voorafgaand aan de winter kunnen opladen/sparen en hebben dat niet kunnen doen, omdat de aardgasbudgetmeters daarvoor te laat zijn geïnstalleerd. We hebben meermaals uitgelegd dat 'opladen in de zomer om in de winter voldoende gespaard te hebben' compleet onrealistisch is: veel mensen zitten in de winter met veel te hoge energiefacturen en ook in de zomer met een te laag inkomen om dit te realiseren. Dit is geen tijdelijk probleem, maar een structureel probleem.
b) De minister zegt: Eandis gaat nu meer verfijnd te werk dan voorheen. De verdere uitrol van de aardgasbudgetmeters (1000 per maand), zou nog enkel gebeuren bij mensen die afgesloten werden. Dit klopt niet met wat ons zowel door het kabinet als Eandis zelf is verteld: men schrijft wel prioritair mensen aan die nu zijn afgesloten, maar dat wil nog niet zeggen dat die daar ook op in gaan. Bovendien bevestigt men ons dat indien men met deze mensen niet aan het vooropgestelde aantal van 1000 te installeren budgetmeters per maand komt ook bij anderen verder wordt geïnstalleerd. Ook: er zouden geen voorwaarden zijn verbonden aan heraansluiting. De minister vergeet er dan wel bij te vertellen dat wij, samen met de VREG, momenteel net in een discussie zijn verwikkeld over het invoeren van een terugvorderingssysteem van openstaande schulden in de aardgasbudgetmeter. Eandis wordt dus eerder aangemoedigd om bugetmeters te installeren, zo zijn ze zeker om straks een deel van hun g! eld snel te recupereren.
Zo zijn we terug bij af: wie geen geld heeft om op te laden, sluit zichzelf af van gas.
c) De minister schrijft 'deze mensen moeten dringend contact opnemen met het OCMW'. De kern van de kwestie is net dat niemand, ook de OCMW's niet, zicht heeft op wie zichzelf op deze manier afsluit. Tenzij de betrokkene zelf de stap naar het OCMW zet, wat nu net bijzonder vaak niet gebeurt, onder meer omdat de drempel om naar het OCMW te stappen voor veel mensen nog steeds bijzonder groot is. Met de suggestie van de minister aan het Vlaams Netwerk om te helpen bij het uitwerken van een methodiek om deze mensen op te sporen geeft zij trouwens meteen toe dat zij dat zelf ook wel weet. Bovendien is het nog maar de vraag of wie naar het OCMW stapt daar ook geholpen zal worden. We weten dat ook dat in veel gevallen niet gebeurt.
d) De minister verwijst in haar brief ook expliciet naar een aanbeveling van het Vlaams Parlement om 'een aardgasbudgetmeter te gebruiken zoals de budgetmeter elektriciteit, zodra de technische en veiligheidseisen dat mogelijk maken'. Ze vergeet er bij te zeggen dat het Vlaams Parlement er in diezelfde aanbeveling even expliciet naar verwees 'het kunnen beschikken over minimumleveringen aan energie te beschouwen als een grondrecht'. Net die minimumlevering is nu niet mogelijk, vandaar onze vraag naar de stopzetting/desactivering van de aardgasbudgetmeters.
Pijnlijk is bovendien het feit dat de minister bevoegd voor de coördinatie van de armoedebestrijding deze brief, in afwezigheid van haar collega Vandenbossche, ondertekende.
Tot slot
Het Vlaams Netwerk Armoedebestrijding roept de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement op om de bestaande aardgasbudgetmeters uit te schakelen en te stoppen met de verdere installatie van bijkomende exemplaren. Dit totdat er een oplossing is zodat iedereen, ook de zwaksten in de maatschappij, zeker een minimumlevering aardgas hebben.
Negen op de tien Vlaamse leerkrachten vinden dat ouders meer hun verantwoordelijkheid in de opvoeding moeten nemen in plaats van alles over te laten aan scholen. Dat blijkt uit een enquête onder 1.027 leerkrachten van opiniepeilingsbureau iVOX in opdracht van Het Nieuwsblad/De Gentenaar.
Maar liefst 81 procent van de Vlaamse leerkrachten vindt dat ouders de opvoeding van hun kinderen te veel aan de leerkrachten overlaten. Meer dan 90 procent zegt dat ouders beter zelf hun verantwoordelijkheid zouden opnemen in plaats van alles over te laten aan de school en de leerkrachten. De steekproef werd genomen onder leerkrachten in het kleuteronderwijs, basisonderwijs en het secundair. De grootste groep liet weten wel tevreden te zijn met de manier waarop er met de ouders wordt samengewerkt. De ondervraagde leerkrachten voelen zich ook sterk gewaardeerd: ongeveer 90 procent voelt zich erkend door leerlingen en door de ouders en een iets kleinere groep (78 procent) voelt zich ook door de schooldirectie gewaardeerd. Slechts 15 procent van de leerkrachten liet weten niet opnieuw in het onderwijs te stappen als ze opnieuw zouden kunnen beginnen. (VKB)
Van honderd strafdossiers over verkrachting blijft er op het einde van de rit welgeteld één veroordeling over tot een effectieve gevangenisstraf. Het overgrote deel van klachten wordt geseponeerd wegens dader onbekend of onvoldoende bewijs. Dat schrijven De Standaard en Het Nieuwsblad woensdag.
Van honderd verkrachtingsdossiers, uit de periode 2001 tot 2007, hebben er uiteindelijk maar vier tot een veroordeling door een Belgische strafrechter geleid. In slechts één geval heeft de dader een effectieve celstraf opgelopen. Dat is volgens psychologe Danièle Zucker een teleurstellend resultaat. Zucker is hoofd van de psychiatrische spoeddienst van het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel
en bestudeert het criminele brein. De psychologe onderwierp honderd dossiers van verkrachting van een meerderjarige aan een diepgaand onderzoek. De helft ervan (51) is snel afgesloten, omdat de dader niet kon worden geïdentificeerd. Van de andere helft zijn de verdachten wel bekend, maar is er in het merendeel (45 dossiers) onvoldoende bewijs. In vier gevallen leidde het gerechtelijk onderzoek tot een veroordeling, met een gevangenisstraf van 18 maanden tot drie jaar. Drie veroordelingen waren volledig met uitstel. Slechts in één dossier moest de dader effectief naar de cel. (DWM)
bron: Belga
M. Mathijsen concludeert dat de CDh niet meer het recht heeft zich op de christelijk-sociale erfenis te beroepen en roept de kiezers op om hun stem te geven aan kandidaten in het hele partijspectrum, die de christelijke waarden nog wel verdedigen.